Menu bar

Wednesday, March 28, 2012

Food Inc

Gister een documentaire gezien die mijn mond wagenwijd liet openstaan. Van verbazing, niet om er eten in te stoppen. Daar heb ik plots niet zoveel zin meer in.

Food Inc geeft een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse voedselindustrie. Ze laten zien dat de zaken er iets anders aan toegaan dan je waarschijnlijk zou verwachten. Daarom leek het me nuttig om dat eens samen te vatten. Het beste zou zijn om de documentaire zelf te gaan kijken, beelden zeggen vele malen meer dan woorden. Maar voor wie daar geen tijd of zin in heeft:

Ik zal beginnen bij het begin. Maïs en soja zijn verreweg de belangrijkste grondstoffen in de voedselketen.Van alle gewassen in de VS nemen zij 70% van de productiewaarde voor hun rekening. Maïs wordt in heel veel producten verwerkt, van ketchup tot frisdrank. Maar ook in vitaminen en brandstof. Van soja wordt vooral olie gemaakt, maar ook biodiesel. Meer dan de helft van beide producten wordt echter gebruikt als veevoer. Van soja lijkt dit zelfs zo’n 85% te zijn. Dit komt doordat ze zo belachelijk goedkoop zijn en veel proteïnen bevatten. Hierdoor bereikt het vee sneller hun slachtformaat. Of dat gezond is, is een tweede.

Over soja wordt verder verteld dat er één bedrijf is in de VS (Monsanto) die deze markt vrijwel helemaal in handen heeft. Door een patent op een genetisch gemanipuleerde sojaboon dwingen ze iedere boer deze boon te verbouwen, met een verbod op het behoud van eigen sojazaad. Kleine zelfstandige boeren worden weggedrukt met behulp van rechtzaken volgens het Goliath concept. Het gevolg: er is geen marktwerking en er is geen organische sojaboon in de VS.

Oja, feitje tussendoor, sojabonen zijn ook de voornaamste reden waarom het Amazonegebied wordt ontbost. Om dus bonen te maken voor veevoer. Zodat wij meer goedkoper vlees kunnen eten.

Dan de veemarkt. Ook hier is weinig marktwerking, de grootste vier bedrijven hebben 80% van de markt in handen. Conglomeraten als Tyson, Cargill en Swift doen het slim, ze verstrekken hoge leningen aan boeren om grote productiefaciliteiten te bouwen. Hiermee leggen ze de boeren hun productiewil op en zijn ze verzekerd van de juiste kwaliteit. Zo smaakt je hamburger overal hetzelfde. Ook al is die genetisch gemodificeerd.

Nog een feitje. 70% van alle antibiotica in de VS wordt aan dieren gegeven. Uit voorzorg, zodat de productie lekker efficient kan doordraaien.

Heb je trouwens ooit van Cafo’s gehoord? Da’s een moderne Amerikaanse boerderij, oftewel Concentrated Animal Feeding Operation. Voor de aardigheid een plaatje toegevoegd onderaan deze tekst. Dat zegt denk ik genoeg.

De vleesverwerkende industrie is op dezelfde manier efficient georganiseerd. Natuurlijk staat dit altijd op gespannen voet met dierenrechten, maar daar gaar dit niet over. Wat wel noemenswaardig is dat bedrijven zoals BPI (een hamburgervuller die 70% marktaandeel heeft) een techniek hebben gevonden om afvalvlees toch voor menselijke consumptie te kunnen verkopen. Normaliter zit dit spul vol met dodelijke rommel zoals BSE en de bacterie die E.coli wordt genoemd, maar door het grondig te wassen met ammoniak, krijgen ze het voor elkaar om deze bacterien te verwijderen. Je vlees wordt vervolgens met zo’n 5% van dit goedje bijgevuld.

De bedrijven kan je eigenlijk niet eens zoveel kwalijk nemen. Het is het systeem dat verrot is. De politiek en de voedselindustrie werken nauwgezet samen om de concurrentiekracht van deze bedrijven te vergroten. Dit gebeurt door subsidies, minder regulering, minder voedselinspecties en andere vriendjespolitiek. De industrie hoeft niet eens te vermelden op producten dat ze genetisch gemodificeerd zijn! Het lijkt alsof de belangen van bedrijven (en daarmee de VS, en daarmee alle Amerikanen) belangrijker zijn dan het belang van de Amerikanen zelf. En dat is vreemd, want deze twee zouden toch precies hetzelfde moeten zijn. Er is echter één groot verschil. Heel veel geld.

Je zou verwachten dat in deze democratische wereld er vast mensen met verstand zijn die bepaalde richtlijnen hebben vastgesteld die goed zijn voor ons. Maar denk je werkelijk dat de overheid hier volledig onafhankelijk is? De documentaire laat een aantal aardige voorbeelden zien, maar ik zal volstaan met de opmerking dat lobbyisme in de VS een serieuze beroepsgroep waar jaarlijks 30 miljard dollar in omgaat. Daarbij is het ontbreken van concurrentie in deze industrie zowel een slecht signaal als ook een slecht voorteken. Ik zeg het je, dit zaakje stinkt.

Gevolgen voor de mens in de vorm van suikerziekte, obesitas en massale besmettingen zijn een lange termijn effect. Op de korte termijn zie je vooral veel dikke mensen die goedkoop bij de Walmart shoppen. Maar het huishoudgeld dat minder wordt besteed aan eten wordt daarna ruimschoots uitgegeven aan een tweede orde effect van dat gedrag. Ik doel hier voornamelijk op gezondheidszorg en gerelateerde producten, maar ook juridische bijstand of zelfs financiele producten zoals levensverzekeringen of leningen om de uitgeefdrang tegen te gaan.

Het begint natuurlijk allemaal bij de consument zelf. Bij mij. Bij jou. Vergeet dat nooit. We zijn het zelf gestart door massaal bij de McDonald’s te gaan eten, door altijd te gaan voor het meeste van het goedkoopste. Door standaardisering te willen in ons dagelijks voedsel. De industrie speelt daar vervolgens handig op in en weet door aanpassingen in de waardeketen de efficientie te vergroten en nóg meer voor nóg goedkoper aan te bieden. Allemaal in het belang van de consument.

Maar diezelfde consument kan aan de andere kant ook de doodsteek van deze beweging zijn. Door simpelweg andere keuzes te maken, en de goedkoopste oplossing links te laten liggen. Door organisch voedsel te eten, en op een gezonde en bewuste manier te leven.

Eet smakelijk!



Tuesday, March 13, 2012

Woorden leven

“Words are life set down on paper” – Paulo Coelho

Ik probeer me wel eens voor te stellen hoeveel boeken er op aarde zijn. Hoeveel bibliotheken en boekenwinkels zijn er wel niet, hoeveel boeken staan er in ieder huis in de boekenkast. Dan probeer ik me te bedenken hoeveel geschreven woorden er wel niet zijn. Dan komt het immense internet er bij, verkeersborden, menukaarten, verpakkingen van goederen en ga zo maar door.
Tenslotte tel ik daarbij op hoeveel gesproken woorden er wel niet zijn. Zeven miljard mensen, allemaal praten ze met elkaar. De hele dag door, elke dag weer.
Allemaal gebruiken we verschillende vormen van communicatie in ons samenzijn met anderen. Dit kan met alle zintuigen, maar gaat verreweg het meest via woorden. Woorden worden het meest gebruikt om onze gevoelens duidelijk te maken. Toch is het slechts een slappe afgeleide van datgene wat we van binnen voelen, wat we daarwerkelijk willen overbrengen aan de ander. Woorden geven ons het misplaatste gevoel dat we onszelf verstaanbaar kunnen maken, net als het idee dat we anderen kunnen begrijpen.
Je weet precies wat je zelf voelt, maar om dit over te brengen aan anderen moet je kiezen uit een limitatieve woordenschat. Dit zal nooit helemaal de lading dekken. Dan is er nog het probleem dat de ontvanger van de boodschap het geheel op zijn eigen manier interpreteert. Het gevoel dat je probeert over te brengen moet tweemaal door een barriere, waardoor het eindresultaat bij de ander altijd onduidelijk blijft. Je kan nooit precies weten wat de ander voelt.
En toch gebruiken we woorden. Veel woorden. Heel veel woorden. Bij gebrek aan beter. Het is één ding om een situatie te beschrijven, het is heel iets anders om een situatie mee te maken. Door een stortvloed aan woorden proberen we ons verhaal aan anderen te vertellen. Hoe meer woorden hoe beter begrepen, lijkt men te denken. Het is onbegonnen werk. Emotie laat zich niet vangen in woorden. Leven laat zich niet vangen in dood.


                                  ps. Ook een Wordle maken? Kijk op www.wordle.net


Thursday, March 8, 2012

Zeuren

Mensen zeuren zo veel.

Het lijkt wel of ze het leuk vinden, en blij zijn als ze weer wat hebben gevonden dat ze niet aanstaat. Dan is er tenminste weer wat te praten. Vaak beginnen ze dan met: ‘Ik zei nog zo….’, ‘Ik vind dat hij...’ of ‘Hoe durven ze mijn….’

Er is altijd wel iets dat niet goed is. Zelfs als alles goed is, dan is er wel het gemis van foute dingen om over te zeuren. Of ze waarschuwen alvast voor morgen. Dat het altijd toch weer fout gaat.

Het glas is halfvol, of halfleeg.

Mensen vergelijken zichzelf graag met anderen. Zeker die ander die het beter lijkt te hebben. Want dat is immers oneerlijk. Ze vergelijken alleen datgene wat zij minder hebben, en de ander beter. Niet andersom. En ze gaan al helemaal voorbij aan al die anderen die het minder hebben. Mensen houden zichzelf graag voor de gek, omdat ze nu eenmaal nooit genoeg hebben.

Wat zou het toch mooi zijn als.....

Mensen lachen zoveel.

Het lijkt wel of ze het leuk vinden.