Menu bar

Wednesday, December 12, 2012

Niets Organisch

Organisch voedsel is bezig aan een grote opmars. Eerst behoorde het eten van onbespoten groenten en zelfverbouwde gewassen nog toe aan de hippies en de geitewollen sokken generatie, maar mensen kiezen steeds bewuster voor etenswaren met minder negatieve effecten op de leefbaarheid van de wereld. En dat alles is een goede zaak.
 
Ook grote bedrijven zoals Pepsico en Cargill hebben dit ontdekt. Want waar een grote vraag is, willen dit soort bedrijven het aanbod leveren. En de organische markt is helemaal interessant, want de producten worden tegen een hogere prijs verkocht dan niet-organische producten. Vaak omdat de productiekosten een stuk hoger zijn dan bij massaproductie waar zaken als pesticide worden gebruikt. Maar dat deert grote bedrijven niet, die zien een hogere prijs en dus een hogere marge => winst => bonus. Ze hoeven alleen maar iets te bedenken dat ze wel de lusten geeft en niet de lasten.
 
In Amerika hebben de grote bedrijven als voornoemd inmiddels het grootste deel van de markt voor organisch voedsel in handen. Is dat een slecht iets? Niet noodzakelijk. Voorstanders zeggen dat alleen dit soort bedrijven het aankunnen om de steeds groter wordende vraag te bedienen. Tegenstanders zeggen dat het deze bedrijven voornamelijk om financieel gewin gaat in plaats van hart voor de organische zaak te hebben.
 
Een klein voorbeeld. Er bestaat een lijst met niet-organische producten die mogen worden toegevoegd aan het organische productieproces, dat zijn synthetische producten zoals zuiveringszout, waarmee brood wordt gemaakt. Deze lijst wordt beheerd door een nationaal bestuur. De bestuursleden hiervan komen in toenemende mate van de grote bedrijven, zoals Whole Foods en General Mills. En door de jaren heen zijn er ook steeds meer ingredienten op deze nationale lijst gekomen die niet organisch zijn. Waar in 2002 nog 77 producten op de lijst staan, is het aantal in 2012 gestegen naar 250. Opnieuw zijn er voorstanders en tegenstanders. De een zegt dat het aanbod van organische producten is uitgebreid, waardoor de lijst met noodzakelijke synthetische ingredienten moest worden uitgebreid. De ander zegt dat de standaarden van het nationaal bestuur niet meer objectief zijn en het belang van de grote bedrijven dienen. Zo werd recent voorgesteld om een verdelgingsmiddel aan de lijst toe te voegen. Het voorstel heeft het niet gehaald, maar de grenzen van het organisch toelaatbare worden wel degelijk verkend.
 
Ook de markt van organisch voedsel zou iets volledig natuurlijks moeten zijn. Het zou vanzelf moeten gaan. Maar de huidige ontwikkeling hiervan stelt ons voor een niet-natuurlijk dilemma. Grote bedrijven kunnen een wereldhit maken van organische producten. Maar hoeveel wil je inleveren op het label ‘organisch’ om dat te bereiken?
 
 
 
 


Tuesday, November 27, 2012

Soda ban


Noot van de redacteur: door alle recente ontwikkelingen (repatriatie, stormpje, kleintje) heb ik al lang geen berichten meer geplaatst. Geen idee hoe het er in de toekomst uit zal zien, maar gelukkig weten vrij weinig mensen dat maar. Ik heb nog een voorraadje berichten die ik de komende tijd zal proberen te posten, maar die kunnen dan enigzins gedateerd zijn. Excuus!


Amerika heeft niet zo’n goede naam op het gebied van eten en drinken. Het is vooral bekend van popcorn, hamburgers, coca cola en de vele fast food ketens. Het probleem van overgewicht is hier vele malen groter dan in Europa. Amerikanen vinden dit overigens minder een probleem dan Nederlanders. Dit ligt aan het cultuurverschil.
 
De kernwaarde van Amerikanen is vrijheid. 'Liberty' staat op alle muntjes te lezen. Iedereen is vrij om te gaan en te staan waar hij wil. En iedereen is dus ook vrij om te eten wat hij wil. Iedereen is gelijk, pardon iedere Amerikaan is gelijk, en iedereen krijgt de kans om wat van zijn leven te maken. Er wordt niet zo snel een oordeel geveld over iemand anders. Dus ook niet over het gewicht van iemand anders. Nederlanders hebben een meer Calvinistische houding, die zoiets zegt als 'je moet je zus en zo gedragen, want/ anders...'. Het is meer met het vingertje wijzen. Door de eeuwen heen is er bij Nederlanders een veel sterker besef van 'hoe iets zou moeten', en de bijkomende drang om elkaar dat te vertellen. Historisch gezien is dit voor beide landen eenvoudig te verklaren.
 
Toch zijn er in Amerika een paar voorvechters voor de nationale gezondheid. De burgemeester van New York, Bloomberg, is er een van. Hij is al een poos bezig met het uitbannen van roken in de stad. Het is verboden in alle publieke ruimtes, hij schroomt niet om een extra heffing van $5,- per pakje te introduceren en vorig jaar werd het ook verboden in alle parken. Maar laatst had hij weer een nieuw idee. Hij wil de verkoop van grote frisdranken in restaurants, theaters, stadions en straatstalletjes gaan verbieden. Wat is dan groot? Alle maten groter dan een halve liter moeten worden verboden. Overal in de stad.
 
De commotie is enorm. Verontwaardigde Amerikanen (je komt aan hun vrijheid), verontwaardigde bedrijven (je komt aan hun winst, zie ook "Supersize Me") en verontwaardigde dikkerds, want plotseling worden ze het verdomhoekje gezet. Nou ja, verdomhoek. 
 
De discussie vind ook op een gevoelig moment plaats. Over een paar maanden zijn er presidentsverkiezingen, en een belangrijke inzet is het gezondheidsplan van Obama. Alle Republikeinen vinden het verschrikkelijk, zij vinden vrijwel elke verplichting of aansturing door de overheid uit den boze. Maar de kosten van gezondheidszorg rijzen de pan uit, deels door ziektes als obesitas en diabetes.
 
Mensen reageren op alle mogelijke manieren. De een koopt gewoon drie halve liters, de ander verhuist naar een andere staat, weer een ander is blij voor het verbeterde vooruitzicht voor haar kinderen. En Bloomberg zelf? Die zegt dat het zijn rol is als burgemeester om dit soort beslissingen te nemen. Hij is onafhankelijk (als miljardair heeft de lobby bij hem geen kans) en heeft het beste voor met de gezondheid van zijn burgers. Vrijwillig of niet.
 
Hij lijkt wel een Nederlander.

 
 

Tuesday, October 16, 2012

New Yorkers Care



New York Cares is een populaire vrijwilligersorganisatie. Ze bedienen 1.200 non-profits, 53.000 mensen helpen per jaar zo’n 40.000 anderen. En het groeit als kool. Om je aan te melden als vrijwilliger moet je een oriëntatiesessie bijwonen van een uur. Elke dag wordt zo’n sessie gehouden, voor maximaal 400 mensen. Deze sessies zitten weken vantevoren volgeboekt. Vrijwilligerswerk in New York is één grote hit.
Er zijn twee belangrijke pijlers voor dit succes. De eerste is dat ze vrijwilligerswerk in alle soorten en maten bieden, zodat de vrijwilliger kan bijdragen op de manier die hem of haar het beste uitkomt. Je bent verder niet gebonden aan een project als je je daarvoor opgeeft. Flexibiliteit dus en maatwerk voor degene die de toegevoegde waarde levert. Het systeem zit echt goed in elkaar.
Ten tweede zijn er in New York heel veel mensen die vrijwilligerswerk willen doen. Ergens is dat wel apart, omdat New York bekend staat als een keiharde zakenstad waar mensen zich over de kop werken, zowel zakelijk als privé, om het veeleisende leeftempo hier vol te kunnen houden. De ‘leefsnelheid’ ligt hier nu eenmaal enorm hoog.
Maar de truc is dat juist de moordende concurrentie op de arbeidsmarkt ervoor zorgt dat vrijwilligerswerk zo populair is. Bedrijven weten het zeer te waarderen als iemand zijn vrije tijd nuttig besteed door ouderen te verzorgen, asielhonden uit te laten of een gemeentepark te onderhouden. New York Cares speelt hier handig op door officiële certificaten uit te geven voor het aantal en de soorten ‘geleverde diensten’ aan de gemeenschap. Het is een belangrijke cv-tool geworden voor het over-ambitieuze werkvolk in de financiële hoofdstad van de wereld.
Kijk, als je het zo bekijkt is het allemaal best logisch toch?
Er komt hierdoor wel een dilemma bij me bovendrijven. Ik zet vraagtekens bij de drijfveren van (een deel van) de vrijwilligers, omdat deze niet authentiek lijken te zijn maar gedreven door afgeleide doelen. Doelen die, over de boeg genomen, er misschien juist voor hebben gezorgd dat mensen van dit soort vrijwilligersorganisaties afhankelijk zijn geworden, omdat ze niet meer meekunnen in deze agressieve prestatiemaatschappij.
Is het dan goed om te helpen? Of maak je het systeem dan alleen maar erger?
 
 
 
 

Tuesday, September 25, 2012

Discriminatie

Ik wil zoveel mogelijk dingen in mijn leven meemaken. Sommige daarvan zijn heel moeilijk. Hoe het is om een vrouw te zijn bijvoorbeeld. Een andere ervaring is gediscrimineerd worden. Ik ben blank, man, volwassen, van westerse afkomst en mijn lichaam functioneert zoals het zou moeten. Daarmee zit ik zo’n beetje in de meest niet-gediscrimineerde groep die er bestaat en zou normaliter genoeg moeten zijn om nooit gediscrimineerd te worden. Toch is het me laatst gelukt.

Ik moest er wel wat voor doen. Namelijk in Amerika gaan wonen en werken. Daardoor viel ik plots in de categorie buitenlander, en die worden nog wel eens gediscrimineerd zoals je weet. Ik dus ook.

In mijn geval werd er niet vreemd naar me gekeken, ik ben niet geschopt of geslagen, ik hoefde niet in aparte ruimtes te zitten en zolang ik maar betaalde mocht ik alles kopen dat ik wilde. Ik werd vooral gediscrimineerd op het niet Amerikaan zijn. Bij financiele instellingen en instanties van de overheid bleef plotseling de deur dicht, waar ze wel gewoon open bleven voor Amerikanen. Sommige Amerikanen en Amerikaanse bedrijven denken werkelijk dat de wereld uit 1 land bestaat. Hun land. Ik kwam daar duidelijk niet vandaan en dus werd ik achtergesteld bij mensen die wel uit hun wereld kwamen.

Het gaat me niet om het benoemen van de incidenten, of het belachelijk maken van de Amerikaanse kortzichtigheid. Wat ik vooral heb onthouden was het vreemde gevoel niet als een gelijke te worden behandeld. Waarom? Ik was buitenlander. Dat was genoeg. En dat voelde vrij stom. Machteloos.

Oneerlijk is niet eens het juiste woord. Ik ging er voor het gemak vanuit dat de democratische wereld de zaken redelijk goed voor elkaar had. Geen compleet onlogische of scheve verhoudingen. Misschien juist omdat ik altijd tot die grote middengroep behoorde. Maar ook in een democratisch land gelden dus regels die niemand je met droge ogen uit kan leggen. Behalve die dame achter de balie dan. Hoewel ze eigenlijk alleen zei dat het nu eenmaal zo ging.

Achteraf (een redelijke poos later) vond ik een erg waardevolle ervaring. Ik gun het eigenlijk iedereen, vooral mensen zoals ik. Uit die grote, sterke groep die nog nooit is gediscrimineerd. Ik ben ervan overtuigd dat door een beetje extra discriminatie het uiteindeiljk minder zal worden.


 

Wednesday, September 12, 2012

Zen at Home


Mediteren. Mindfullness. Flow. Zen. Het zijn allemaal prachtige spirituele woorden, maar als je iets rationeler bent ingesteld krijg je er al snel een beetje jeuk van. Of je hebt gewoon een drukke baan, kinderen die alle aandacht eisen en dan komt dat slappe gelul over esoterische zaken misschien een beetje onpraktisch over.
 
En toch denk ik dat het goed samengaat. Een leven vol met actie en wereldse zaken, met zo nu en dan een beetje spiritualiteit. Alles draait om balans. Neem nou mediteren. Ik vind het een prachtige tool om in korte tijd jezelf weer helemaal op te laden en in balans te komen. Ik ben zelf ook praktisch en rationeel, maar het gaat erom dat je de essentie snapt en die toepast.
 
De standaard meditatie oefeningen zijn niet zo aan mij besteed. Vaak vertellen ze dat je in een zen houding moet gaan zitten, je ogen dicht en je moet focussen op je ademhaling. Het zal prima werken hoor, maar het ziet er toch niet uit? En hoe praktisch is het? Je moet helemaal alleen zijn of naar een yogaklasje gaan om het te kunnen doen. En dat terwijl je het eigenlijk elk moment van de dag kan doen. Heel simpel.
 
Mediteren is niet meer dan je gedachten trainen. Dit kan je gestuurd doen, door bijvoorbeeld een bepaalde situatie voor te stellen en je gevoelens daarbij te peilen, of helemaal vrij waar je geest z'n speelkwartiertje heeft.
 
Het enige belangrijke wat je ervoor hoeft te doen is je zintuigen zoveel mogelijk afsluiten voor prikkels. En daarvoor hoef je niet in een donkere kamer te gaan zitten met de deur op slot, maar simpelweg even helemaal stoppen met wat je aan het doen bent. Of beter nog, even nog niet beginnen.
 
Stel je wilt gaan TV kijken. Ga zitten en in plaats van de afstandbediening te pakken doe je even helemaal niets. Er is geen muziek aan, je gezichtsveld blijft hetzelfde en je wordt niet op een andere manier gestoord. Als je het voor elkaar krijgt om echt helemaal niets te doen, ben na na een minuut of 2 al aan het mediteren. En na 5 minuten houd je op en zet je de TV aan.
 
Of je zit in de trein en je leest een boek. Als je een pagina hebt gelezen en hem wil omslaan, wacht daar dan een minuut mee, en staar even in het niets. Na een minuutje ben je al aan het mediteren. Meer dan dat is het niet.
 
Je kan het ook 's ochtends doen als je opstaat. Een bijkomend voordeel is dat er nog geen drukte in je hoofd is. Ga niet meteen douchen als je wakker wordt, maar ga eens 5 minuten op de rand van je bed zitten. Dan zou ik wel je ogen openhouden, anders is de kans groot dat je weer in slaap valt.
 
We zijn zo gewend om steeds een doel in ons hoofd te hebben. Vaak iets wat je binnen de komende tien minuten wilt doen. Daarmee zet je je hersenen steeds actief aan het werk. De enige rust die ze krijgen is als je slaapt. Als je het voor elkaar krijgt om elke dag 1 of 2 keer te mediteren, krijgt je geest veel meer ruimte om te ontspannen. Je keert weer terug op aarde, even helemaal terug in het nu. Zonder jeuk, als het goed is.
 
 
 
 

Tuesday, September 4, 2012

Lunch habits


Elk land heeft zijn eigen eetgewoonten, het vertelt al veel over de cultuur van een land. Ik heb me lang verbaasd over de lunchmentaliteit in Amerika, maar dit werkt echter twee kanten op.
 
Bij de meeste Nederlandse bedrijven heb je een personeelsrestaurant. Tegen vriendelijke prijzen kan je een gevarieerde lunch samenstellen. Een soepje, verschillende soorten boterhammen en broodjes, plakjes beleg en natuurlijk alle soorten hagelslag. Ook zijn er vaak salades, daghappen en het onvermijdelijke snackje. Vrijdags traditioneel het visje.
 
Ik stel me voor dat de meeste Nederlanders een paar boterhammen eten, en nog een side dish. Vaak het snackje natuurlijk. Eén keer per week compleet wat anders, dat breekt zo lekker de week. Om het geheel weg te spoelen wordt vooral melk gedronken. De melk werd overigens vroeger wel eens gesubsidieerd door het bedrijf. Daar heeft de belastingdienst een stokje voor gestoken. Ook heel Hollands.
 
Hoe anders was het toen ik in Amerika ging lunchen. Ik werk op een luchthaven, en allereerst was er geen personeelsrestaurant. De medewerkers van de luchthaven aten op dezelfde plekken als de passagiers. De McDonald’s kon je eigenlijk zien als personeelsrestaurant, omdat verreweg de meeste medewerkers hier hun dagelijkse lunch bestelden. Maar ook de pizzaslices waren populair. Het waren de goedkoopste opties.
 
Ik nam toch liever een broodje. Toen ik een broodje had uitgezocht bij een deli, viel het me op dat het broodje vrij dik was. Dit bleek niet door het brood te komen, maar door de halve kilo vlees die er was tussengepropt. Ik gok dat het 15 plakjes salami, turkey breast en kaas waren. Heerlijk gevarieerd.
 
Daarnaast kopen Amerikanen vaak een zakje chips en/of een cookie bij hun lunch, zeg maar als dessert. Of waren het de groenten misschien? Ik liet het allemaal maar een beetje over me heenkomen, en vroeg of ik er een glas melk bij kon krijgen. Dat hadden ze helaas niet, er was cola, 7-up en sinas. Natuurlijk allemaal ook in light verkrijgbaar.
 
Maar het is maar van welke kant je het bekijkt. Laatst was mijn Amerikaanse collega in Nederland, en we gingen lunchen in het personeelsrestaurant. Hij keek wat vreemd naar de kroket, maar hij liet zich door mij overhalen om hem te proberen. Hij vond het verder maar raar dat de plakjes salami per stuk waren verpakt, dat was toch behoorlijke milieuvervuiling. Als drank zocht hij naar een colaatje, maar ik kwam er tot mijn verbazing achter dat dit niet in het personeelsrestaurant was te krijgen. Iedereen nam blijkbaar melk of water. Of jus d’orange en optimel als we luxe wilden doen.
 
Bij de kassa viel het kwartje definitief. Of juist niet. In heel gebrekkig Engels zei de kassajuf dat ze zijn euro’s niet kon aannemen. In het restaurant kon je alleen met chip betalen.
 

Tuesday, August 14, 2012

LOL


"Lol is het leukste wat er is met je broek nog aan."

Het is lang een van mijn favoriete uitspraken geweest. Ik vind het nog steeds erg belangrijk om lol te hebben, maar het is eigenlijk niet precies duidelijk waarom mensen zo graag lol hebben. Het heeft geen diepere functie, er is vanuit de evolutie geen reden voor. De mens heeft leren jagen, zich leren voortplanten en ga zo maar door, alles voor de instandhouding van de soort. Maar de mens is niet zo ver gekomen door een paar grappen te maken.

Er zijn vrijwel geen andere dieren in de natuur die lachen en lol trappen. Jonge dieren zijn wel speels en vooral aapjes houden ervan om kattekwaad uit te halen, maar dit houdt op als ze volwassen worden. Zie bijgaand filmpje voor wat apenstreken:

(als je de filmpjes/links niet kan zien in de email, ga dan naar de wereldleven website, daar staan ze goed op vermeld)


Het schijnt ook dat er chimpansees zijn die niet tegen kietelen kunnen, en dat ze dan een lachend geluid maken:


Tenslotte ken ik een filmpje van een raaf, die zich goed kan vermaken met sneeuw. Zie bijgaande snowboarder:



Maar het blijven uitzonderingen op de regel, en het is altijd nog onduidelijk of dieren die dit soort gedrag vertonen nog een andere, meer serieuze bedoeling hebben zoals eten vinden. Je komt er alleen zo slecht achter zolang dieren niet kunnen praten...

Voor de mens is echter lachen zowat de standaard. Lol maken wordt als een van de belangrijkste pijlers gezien van een gelukkig leven. Net na sex en chocola natuurlijk. Lachen helpt wellicht om de aandacht van andere zaken af te leiden. Het vermindert stress en je bekijkt sneller dingen van de zonnige kant. Het is nu eenmaal een fijnere staat dan een depressie. Misschien is het zo dat je met lachen sneller verbroedert. Dit kan leiden tot beter groepsgedrag. Het kan zelfs leiden tot een licht sociaal voordeel in een groep, als lachen een functie is die wordt gewaardeerd. Maar maakt het dan uit of je graag grappen vertelt of juist graag om de grappen lacht?

Lachen is gezond en een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Ik denk alleen dat ik de clou van de grap nog niet helemaal heb begrepen...

Wednesday, July 25, 2012

Amerikanen zijn zoals ze autorijden

Ooit in New York geweest? Ja? Dan heb je vast wel in een New Yorkse taxi gezeten. Een zogeheten Yellowcab. Hoewel de bereiders meestal Afrikaans, Russisch of Indisch zijn, zijn deze taxi’s op een bepaalde manier een mooie metafoor voor de Amerikaanse cultuur.



Beide kennen namelijk maar twee standen: gas geven en remmen. Als je achterin de taxi zit, wiebel je de hele tijd van voor naar achter. De chauffeur ziet een gaatje, en hop, vol gas vooruit. Daarna meteen weer stevig remmen want de auto voor je rijdt niet genoeg door. Totdat de chauffeur het volgende gaatje heeft gevonden en het ritueel zich weer herhaalt. Tot je bij je bestemming bent aangekomen.

De auto uit laten rollen, of anticiperen op het verkeer voor je is er niet bij. Brandstof besparen, genieten van de autorit of andere gevolgen van een rustiger rijstijl zijn aan de Newyorkse chauffeurs niet besteed. Het gaat immers om geld verdienen. Zo veel en zo snel mogelijk.
Ze wanen zich de koningen van het asfalt. Fietsers, wandelaars en andere groene vervoersmiddelen worden volledig over het hoofd gezien, en de fietspaden kunnen handig worden gebruikt om extra in te halen of om de auto op stil te zetten om passagiers uit te laden.

De taxi’s zien er meestal brak uit aan de binnenkant. Al het noodzakelijke zit erin, een plastic omhulsel om de berijder te beschermen, een betaalapparaat en een hengsel om je aan vast te houden. Ik zou hem gebruiken tijdens de rit. De binnenkant maakt niet uit, het gaat immers om het zo snel mogelijk van A naar B komen. Geld verdienen.
Wat de auto’s meestal wel hebben is een goede vering. Dit is strikt noodzakelijk omdat de Newyorkse wegen het best zijn te vergelijken met een maanlandschap. De Amerikanen hebben geen geld over voor goede wegen, dus je stuitert niet alleen heen en weer maar ook op en neer. Om te voorkomen dat je auto elke week naar de garage moet heb je maar één ding nodig: een goede vering. Dat is de Amerikaanse manier van problemen oplossen.

De taxi’s rijden 24 uur per dag. De dag is verdeeld in 2 shifts, steeds van 5 tot 5. In de tussentijd rijden ze alleen maar. Plannen doen ze niet. Alleen als ze een ritje hebben. Dan plannen ze van A naar B. Ze kennen eigenlijk alleen de actie stand. Anders staan ze stil.

New Yorkse taxi's. Het zijn net Amerikanen.

Tuesday, July 3, 2012

Conflicten

Het lijkt wel of de laatste jaren de conflicten in de wereld zich opstapelen. Zowel op globaal als op lokaal niveau. De meningen liggen steeds verder uit elkaar en de bereidheid tot toenadering tot de ander is vaak klein. Ik vraag me af hoe dat komt.

De wereld globaliseert en individualiseert. Bij globalisering denk ik aan meer en sneller informatie, meer kennis, kleinere afstanden. De wereld letterlijk binnen handbereik. Individualisering zie ik als meer keuzevrijheid, vooral als gevolg van toegenomen welvaart. Deze krachten werken samen in de zin dat globalisering individualisering stimuleert.

Doordat de wereld globaliseert vind er meer vermenging tussen mensen plaats, zowel fysiek als digitaal. Het algemene beeld raakt meer gedifferentieerd, er zijn simpelweg veel meer mogelijkheden. Sterke sociale groepen zoals kerk en familie hebben de laatste decennia veel aan bindingskracht ingeboet. Door de toegenomen keuzevrijheid is het ook minder vanzelfsprekend geworden dat je zomaar doet wat anderen vertellen. Men wil meer zelf doen en er wordt al snel gedacht dat ze dat beter kunnen dan anderen. Daardoor ontstaat er een prestatiegolf waarin mensen succes relatief gaan bepalen. En in de top is het nu eemaal meer dringen dan aan de basis.

Een ander probleem is dat mensen hun verworvendheden als een recht gaan zien. Het is bijvoorbeeld al jaren normaal dat Nederlanders zowel op wintersport als op zomervakantie gaan. Het positieve went snel. Het negatieve zien vertrekken ook. De rest niet.

Er is dus meer om te kiezen, en minder bereidheid om te delen. Hoe rijker we worden, hoe asocialer lijkt het wel. Misschien is er weer eens een grote ramp nodig in deze wereld om ons gevoel van saamhorigheid te vergroten.


Monday, June 4, 2012

Eerste hulp bij Slechte Dagen


Soms loopt het even niet. Er is wat zand in de motor gelopen of je hebt even de wind tegen, geef er maar een naampje aan. Gewoon een shitdag.

Vaak heb ik ’s ochtends al een naar voorgevoel en gaat het vanaf daar bergafwaarts. Soms kan ik de reden direct aanwijzen, en soms is het een sluimerend gevoel dat ik niet goed kan plaatsen. Dit maakt ook niet uit, waar het om gaat is hoe je er mee om kan gaan. Bijgaand een aantal inzichten:

  • Een slechte dag zit in je hoofd. Je beoordeelt je eigen acties negatief, je lichaam geeft als het ware signalen af dat het niet best is. Het is een soort waarschuwing. Behandel deze signalen ook als een waarschuwing! Net zoals je bijvoorbeeld zou doen bij autorijden (olie verversen), bij een werksituatie (deadline komt eraan) of bij een computerspelletje dat je speelt (je held heeft niet veel kracht meer).

  • Geef aan jezelf toe dat je een slechte dag hebt. Deel het desgewenst ook met anderen. Niemand verwacht van je dat je alle dagen 100% bent. Het is wel handig dat je zelf en anderen weten wanneer je dat even niet bent. Daarbij lucht het vaak ook enorm op.

  • Neem even gas terug. Zet je telefoon of computer even uit, schrap dingen uit je agenda,  geef je hoofd letterlijk de tijd en ruimte om zich te reorganiseren. Ga in elk geval niet forceren om de baaldag met geweld uit je systeem te bannen. Hierdoor gaan alleen maar meer dingen mis en wordt de slechte dag erger.

  • Als de slechte dag komt door een knagend gevoel, zet dit gevoel dan in het centrum van je blikveld en maak het belangrijk. Maar er tijd voor. Zet het vervolgens in het juiste perspectief. Wat vind je echt belangrijk in je leven? Hoe scoort dit probleem hierbij?

  • Als de slechte dag een slechte prestatie betreft die maar niet beter wil worden, stop dan met die activiteit en geef je energie aan een ander project, die de prestatie die je wilt leveren ondersteunt. Zo zei mijn voetbalcoach altijd als ik op een wedstrijddag geen pepernoot raakte, ik me tenminste 100% kon inzetten om voor het team te werken.

  • Zoek actief naar dingen die wel goed gaan. Dit kunnen kleine dingen zijn. Het kan ook zijn dat je het positieve uit een negatieve situatie probeert te halen. Als het regent, ga dan naar binnen en prijs je dat je in een ruimte bent waar het droog is. Tel je zegeningen. Probeer iets te creëren, hoe klein ook, en wees trots op jezelf dat je ondanks alles dit toch nog voor elkaar krijgt. Elk toiletbezoek wordt zo een nieuwe prestatie. En als je daarom moet lachen, helpt ook dat je alleen maar verder!


Tuesday, May 22, 2012

Even wachten


In Nederland heb je zo nu en dan een verkeerslicht die aftelt tot het licht weer groen wordt. Het blijkt dat mensen hierdoor rustiger wachten.
In de Verenigde Staten heb je zo nu en dan een verkeerslicht die aftelt tot het licht weer rood wordt. Het blijkt dat mensen hierdoor niet meer te laat oversteken.

Het is een heel klein verschil, maar het geeft een beeld over hoe beide landen in essentie denken. In Nederland gericht op het plezieren van de consument, plus de kans op een efficientere doorstroming van het verkeer omdat ze zich kunnen voorbereiden op het groen. In de Verenigde Staten is het gericht op het voorkomen van het gevaar dat mensen nog oversteken terwijl het licht op groen springt voor het andere verkeer op het kruispunt. Een positieve, constructieve benadering versus een negatieve, risicomijdende benadering.

Waarom noemen Nederlanders eigenlijk hun verkeerslichten Stoplichten? Het zijn toch ook Galichten...


Monday, May 14, 2012

Intussen in de trein...

Niets menselijks is ons vreemd.

In de trein van A naar B kijken de toeristen uit een ver land hun ogen uit. Al die mensen, al die kleuren, dat mooie landschap! Hoe anders is het als bij hun thuis, hoe is het toch mogelijk dat er zoveel verschillende culturen en mensen zijn!

Hun wereldbeeld wordt verrijkt met deze trip.


Dit alles gaat aan de lokale puber voorbij. Die zit in het compartiment ernaast. Hij is vooral bezig met zijn nieuwe telefoon. Met onbeperkte datalimiet. Wat hij doet?

Porno kijken. Blonde dames voornamelijk.

Ook zijn wereldbeeld wordt verrijkt.



Wednesday, April 25, 2012

Supersize me: the movies

Een kaartje voor de bioscoop is in Amerika niet zo duur. Voor een tientje ben je al binnen. En dan maakt het ze niet eens zoveel uit hoeveel films je achter elkaar kijkt.


De opzet is namelijk als volgt. Je levert je kaartje in bij de roltrap omhoog. Daarna kom je in een centrale ruimte waar je eten en drinken kunt bestellen. De bioscoopzalen liggen hieromheen verspreid. Dan kan je zo de zaal van je keuze binnenlopen. En als je na de film nog niet bent uitgekeken, loop je toch gewoon een andere zaal binnen?

Je zou denken dat het management van de bioscoop hier wel een stokje voor zou steken. Maar dat doen ze niet. Hier is waarom. Het geld wordt niet verdiend op de kaartjes, maar op het eten en drinken. En alles gaat in Amerikaanse maten. Een kleine cola en een kleine popcorn kosten allebei 6 dollar. En dan heb je een halve liter zoetigheid en een beker gepofte mais. Voor 12 dollar is dat op zich best prijzig, maar nu komt de truc. Medium-sized kost 1 dollar meer. Maar dan verdubbelen wel je porties. Dan heb je een liter cola en een flinke bak popcorn. En super-sized? Juist, opnieuw 1 dollar meer, en opnieuw verdubbelen je porties. Zo zit iedereen voor 16 dollar met 2 liter cola en een lampenkap vol met popcorn naar een film te kijken. En om mensen helemaal over de streep te trekken hebben ze nog een laatste geintje bedacht: als je de grootste cola besteld, krijg je een gratis re-fill. Let wel, alleen bij de grootste!

Vind het je het dan gek als...

 

Wednesday, April 18, 2012

Ditis30.nl

Ik kreeg een mailtje over de lancering van een nieuwe blog voor dertigers. Of zoals ze het zelf schrijven:

Een blog voor dertigers, door dertigers. Over dertig zijn, dertig worden, dertigersdilemma's en dertigers lifestyle.

Ik was meteen enthousiast. Zijn er meer mensen zoals ik die aanvoelen dat het zo niet langer kan? Dat er een nieuwe beweging op komst is die afstand neemt van al die (zelfopgelegde) torenhoge verwachtingen en de ratrace? Ik dacht dat de fluwelen revolutie tegen het kapitalisme en richting het geluk en de eenvoud eindelijk was ingezet. Meteen even kijken.

Het was toch wat anders.

Het blijkt een blog te zijn voor en door dertigers die nog middenin de race zitten, en er nog eens een schepje bovenop doen door een nieuw platform te creëren waar stoere verhalen kunnen worden gedeeld. Want een zichzelf respecterende dertiger moet toch op zijn minst grappig kunnen vertellen over hoe hij 100 ballen in de lucht kan houden.

Het dertigersdilemma is al in 2008 op een goede manier in een boek beschreven, het speelt dus al een stuk langer dan 5 jaar. Het gaat over de ongelimiteerde mogelijkheden van onze generatie, behalve de tijd waarin het moet gebeuren, met als gevolg topdrukte en keuzestress. Omdat we alleen het beste willen maar niet precies weten wat dat is. Of omdat we geen nee durven zeggen, want je wilde toch immers alles.

Ik wordt er eerlijk gezegd een beetje moe van. Dit dilemma speelt al zolang, ik had eerlijk gezegd verwacht dat we nu wel toe waren aan een nieuwe fase. En ik lees tussen de regels van de verschillende blogs nog steeds de spiegeldrang, de hoge eisen die men zichzelf stelt omdat ze niet willen onderdoen voor de ander. Het is het overlevingsinstinct van de dertiger, alleen de beste overleeft en de rest is verloren.

Het probleem met het blog vind ik dat het niet oplost. Het benoemt het probleem. Erger nog, het centraliseert het probleem en lijkt het een beetje op te hemelen. Dat je er toch eigenlijk niet bijhoort als je geen dertigersdilemma hebt. Ben je dan stiekem geen goedkeuring voor je gedrag aan het zoeken?

Ik had gehoopt dat de blog zou werken aan een oplossing voor het al lang bekende probleem. Een oplossing die dertigers van de prestatiedrang afhelpt. Die ze geluk, eenvoud en authenticiteit geeft. Die ons rustig maakt, bewust van het feit dat alles niet kan en dat de door jou ingeslagen weg één van de vele mogelijkheden is. En dat die wellicht minder goed is dan die van je buurman. Lekker belangrijk. Maar het is wel jóuw weg.

Hoe deze oplossing te vinden is voor iedereen anders. Sommige mensen vinden hem op de harde manier, als gevolg van burn-out, ontslag, scheidingen of andere ingrijpende gebeurtenissen. Anderen vinden de oplossing eenvoudiger, door te leren van verhalen en ervaringen van anderen en die zo hun mindset veranderen. De verhalen die op een dertigersblog worden verteld bijvoorbeeld.



Friday, April 6, 2012

Perfect Pictures

Vroeger had je nog van die fotocamera’s waar een filmrolletje inmoest. Er kon veel tijd zitten tussen het maken van de foto en het kunnen zien van het resultaat. Het hele rolletje van 24 of 36 foto’s moest vol, worden weggebracht om te worden ontwikkeld en pas daarna kon je zien hoe het, vaak lang geleden, eruit had gezien. Je kon er niets aan veranderen. Wel altijd een spannend moment.

Nu met digitale fotografie is het wel anders. Direct resultaat. En is het niet goed, meteen wissen en een nieuwe maken. En daarbij kan je de foto bewerken zodat iedere maker een professionele fotograaf lijkt en ieder persoon een model. Rode ogen, rimpels, hangbuik, alles kan worden geretoucheerd met de huidige software. Als laatste redmiddel kan je altijd voor de zwart-wit of sepia optie gaan. Tot uiteindelijk een werkelijk plaatje overblijft.

Het gevolg is dat de huidige beelden van mensen geen normale afspiegeling meer geven van de werkelijkheid. Alleen de beste momenten blijven bewaard, of het nu door meerdere pogingen of kunstmatige aanpassingen wordt bereikt. Veel modellen geven al toe dat er geen foto van hun in de bladen staat die niet is bewerkt. En dat zijn wel dezelfde plaatjes waar iedereen zich aan wil spiegelen.

Het probleem is dat je die beelden voor waar aan gaat nemen, en daarmee je wereldbeeld omhoog aanpast. Je neemt alleen met het beste genoegen, want anders doe je onder voor je omgeving. Althans, je doet onder voor de plaatjes die je van je omgeving ziet. Je gaat onrealistisch hoge eisen stellen, aan jezelf en aan de wereld. Die kunnen vaak niet worden waargemaakt met alle depressieve gevolgen van dien. Omdat intussen de wereld gewoon zichzelf blijft. En jijzelf ook.

Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Maar het beeld vertelt je nooit dat het maar een plaatje is en niet altijd de werkelijkheid.


Smile!



Wednesday, March 28, 2012

Food Inc

Gister een documentaire gezien die mijn mond wagenwijd liet openstaan. Van verbazing, niet om er eten in te stoppen. Daar heb ik plots niet zoveel zin meer in.

Food Inc geeft een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse voedselindustrie. Ze laten zien dat de zaken er iets anders aan toegaan dan je waarschijnlijk zou verwachten. Daarom leek het me nuttig om dat eens samen te vatten. Het beste zou zijn om de documentaire zelf te gaan kijken, beelden zeggen vele malen meer dan woorden. Maar voor wie daar geen tijd of zin in heeft:

Ik zal beginnen bij het begin. Maïs en soja zijn verreweg de belangrijkste grondstoffen in de voedselketen.Van alle gewassen in de VS nemen zij 70% van de productiewaarde voor hun rekening. Maïs wordt in heel veel producten verwerkt, van ketchup tot frisdrank. Maar ook in vitaminen en brandstof. Van soja wordt vooral olie gemaakt, maar ook biodiesel. Meer dan de helft van beide producten wordt echter gebruikt als veevoer. Van soja lijkt dit zelfs zo’n 85% te zijn. Dit komt doordat ze zo belachelijk goedkoop zijn en veel proteïnen bevatten. Hierdoor bereikt het vee sneller hun slachtformaat. Of dat gezond is, is een tweede.

Over soja wordt verder verteld dat er één bedrijf is in de VS (Monsanto) die deze markt vrijwel helemaal in handen heeft. Door een patent op een genetisch gemanipuleerde sojaboon dwingen ze iedere boer deze boon te verbouwen, met een verbod op het behoud van eigen sojazaad. Kleine zelfstandige boeren worden weggedrukt met behulp van rechtzaken volgens het Goliath concept. Het gevolg: er is geen marktwerking en er is geen organische sojaboon in de VS.

Oja, feitje tussendoor, sojabonen zijn ook de voornaamste reden waarom het Amazonegebied wordt ontbost. Om dus bonen te maken voor veevoer. Zodat wij meer goedkoper vlees kunnen eten.

Dan de veemarkt. Ook hier is weinig marktwerking, de grootste vier bedrijven hebben 80% van de markt in handen. Conglomeraten als Tyson, Cargill en Swift doen het slim, ze verstrekken hoge leningen aan boeren om grote productiefaciliteiten te bouwen. Hiermee leggen ze de boeren hun productiewil op en zijn ze verzekerd van de juiste kwaliteit. Zo smaakt je hamburger overal hetzelfde. Ook al is die genetisch gemodificeerd.

Nog een feitje. 70% van alle antibiotica in de VS wordt aan dieren gegeven. Uit voorzorg, zodat de productie lekker efficient kan doordraaien.

Heb je trouwens ooit van Cafo’s gehoord? Da’s een moderne Amerikaanse boerderij, oftewel Concentrated Animal Feeding Operation. Voor de aardigheid een plaatje toegevoegd onderaan deze tekst. Dat zegt denk ik genoeg.

De vleesverwerkende industrie is op dezelfde manier efficient georganiseerd. Natuurlijk staat dit altijd op gespannen voet met dierenrechten, maar daar gaar dit niet over. Wat wel noemenswaardig is dat bedrijven zoals BPI (een hamburgervuller die 70% marktaandeel heeft) een techniek hebben gevonden om afvalvlees toch voor menselijke consumptie te kunnen verkopen. Normaliter zit dit spul vol met dodelijke rommel zoals BSE en de bacterie die E.coli wordt genoemd, maar door het grondig te wassen met ammoniak, krijgen ze het voor elkaar om deze bacterien te verwijderen. Je vlees wordt vervolgens met zo’n 5% van dit goedje bijgevuld.

De bedrijven kan je eigenlijk niet eens zoveel kwalijk nemen. Het is het systeem dat verrot is. De politiek en de voedselindustrie werken nauwgezet samen om de concurrentiekracht van deze bedrijven te vergroten. Dit gebeurt door subsidies, minder regulering, minder voedselinspecties en andere vriendjespolitiek. De industrie hoeft niet eens te vermelden op producten dat ze genetisch gemodificeerd zijn! Het lijkt alsof de belangen van bedrijven (en daarmee de VS, en daarmee alle Amerikanen) belangrijker zijn dan het belang van de Amerikanen zelf. En dat is vreemd, want deze twee zouden toch precies hetzelfde moeten zijn. Er is echter één groot verschil. Heel veel geld.

Je zou verwachten dat in deze democratische wereld er vast mensen met verstand zijn die bepaalde richtlijnen hebben vastgesteld die goed zijn voor ons. Maar denk je werkelijk dat de overheid hier volledig onafhankelijk is? De documentaire laat een aantal aardige voorbeelden zien, maar ik zal volstaan met de opmerking dat lobbyisme in de VS een serieuze beroepsgroep waar jaarlijks 30 miljard dollar in omgaat. Daarbij is het ontbreken van concurrentie in deze industrie zowel een slecht signaal als ook een slecht voorteken. Ik zeg het je, dit zaakje stinkt.

Gevolgen voor de mens in de vorm van suikerziekte, obesitas en massale besmettingen zijn een lange termijn effect. Op de korte termijn zie je vooral veel dikke mensen die goedkoop bij de Walmart shoppen. Maar het huishoudgeld dat minder wordt besteed aan eten wordt daarna ruimschoots uitgegeven aan een tweede orde effect van dat gedrag. Ik doel hier voornamelijk op gezondheidszorg en gerelateerde producten, maar ook juridische bijstand of zelfs financiele producten zoals levensverzekeringen of leningen om de uitgeefdrang tegen te gaan.

Het begint natuurlijk allemaal bij de consument zelf. Bij mij. Bij jou. Vergeet dat nooit. We zijn het zelf gestart door massaal bij de McDonald’s te gaan eten, door altijd te gaan voor het meeste van het goedkoopste. Door standaardisering te willen in ons dagelijks voedsel. De industrie speelt daar vervolgens handig op in en weet door aanpassingen in de waardeketen de efficientie te vergroten en nóg meer voor nóg goedkoper aan te bieden. Allemaal in het belang van de consument.

Maar diezelfde consument kan aan de andere kant ook de doodsteek van deze beweging zijn. Door simpelweg andere keuzes te maken, en de goedkoopste oplossing links te laten liggen. Door organisch voedsel te eten, en op een gezonde en bewuste manier te leven.

Eet smakelijk!